De grote optocht
Nadat op zondag de prins of prinses feestelijk is onthaald op de Brink, gaat in ’t Slotgat de feestknop pas écht aan. De spanning en voorpret die al weken in de lucht hangen, komen tot een hoogtepunt wanneer de grote optocht van start gaat! Overal om je heen zie je vrolijke gezichten, confetti dwarrelt door de lucht, en de muziek schalt uit grote boxen die op de praalwagens zijn geïnstalleerd. Het is een bonte verzameling van loopgroepen, loopwagens en prachtige versierde karren, waarop alle creativiteit van de deelnemers naar voren komt. Van sprookjesthema’s met glinsterende tiara’s tot grappige carnavalskolder met gekke hoeden: niets is te gek in deze feestelijke parade!
Midden in die fantastische stoet staat de prins(es) natuurlijk stralend hoog op de prinsenwagen. Samen met de adjudant(e), de Geisepieter en de Slotkwekker zwaait de hoogheid naar elke enthousiaste toeschouwer die zich langs de route heeft verzameld. Ook ’t Gevolg en de Slotschatjes zijn van de partij, compleet met prachtige kostuums, vrolijke dansjes en stralende glimlachen. Ze gooien confetti en delen snoep uit, terwijl de kinderen aan de kant juichen en vol verwachting hun handen uitstrekken. Het is een uitwisseling van feestvreugde: de optochtdeelnemers barsten bijna uit hun voegen van enthousiasme, en het publiek doet daar vrolijk aan mee.
De vrolijkheid en saamhorigheid zijn echt ongekend in ’t Slotgat tijdens deze optocht. Al dagen, soms zelfs weken van tevoren, zijn de bouwers en versierders in de weer geweest om hun praalwagens tiptop in orde te maken. Er is gezaagd, geschilderd, gelast en gelachen; en dat allemaal voor dit ene moment waarop hun creatie door het dorp rijdt. Want ieder jaar hopen de deelnemers natuurlijk op een luide ovatie van het publiek en stiekem ook op een prijsje voor de mooiste of origineelste wagen. Maar bovenal is het plezier samen het allerbelangrijkst, en dat voel je aan alles.
Ook de inwoners en bezoekers van ’t Slotgat ontbreken niet. Van jong tot oud, iedereen is present om de stoet te bekijken en mee te feesten. Sommigen trekken hun mooiste carnavalskostuum aan, anderen tooien zich met een simpele maar vrolijke hoed of blauew gele sjaal. En terwijl de een geniet van een praatje met de buurman, staat de ander uitbundig te hossen op de stoep.
Maar de échte sterren van deze dag zijn toch de deelnemers van de optocht. Elke wagen is uniek, elke groep heeft zijn eigen thema. En of ze nu muziek maken, grappige sketches opvoeren, of met z’n allen luidkeels carnavalsliedjes zingen: de sfeer spat er vanaf. De prins(es) en zijn of haar gevolg doen daar vrolijk aan mee, zwaaien zich suf en strooien gul met snoep en lekkers. Iedereen voelt zich even helemaal verbonden. Het is een magisch moment waar de hele gemeenschap naar uitkijkt en dat nog dagenlang wordt nabesproken in ’t Slotgat. Als de laatste wagen voorbij is gekomen, keert iedereen vol vreugde naar het Slotbuijtershof om de uitslag van de wedstrijd te horen; welke groep(en) heeft dit keer gewonnen?!
